“Jullie hadden me mee moeten nemen naar het kamp”

 

Dat zegt Lea tegen haar vader Simon, in het toneelstuk Leedvermaak van Judith Herzberg. Lea is begin veertig en is die dag getrouwd met Nico. Het is avond, het grote feest is aan de gang in het huis van haar ouders, Simon en Ada, een welvarend Joods gezin. In de oorlog hebben de ouders Auschwitz overleefd. Lea heeft als kind ondergedoken gezeten bij mama Riet, van haar vierde tot haar zevende. Mama Riet is ook op de bruiloft. Haar vader Simon vindt het maar niks dat Lea nu over de oorlog begint, hij praat er liever niet over, maar Lea zet door. Simon geeft aan dat ze haar niet mee kónden nemen, dat Lea te klein was, ze het dan alle drie niet overleefd zouden hebben. Waarop Lea zegt:  'Wat geeft het hoe oud je wordt? Doodgaan is niet erg – losgelaten worden, dat is erg '.

Littekens

Dit is één scene uit het toneelstuk Leedvermaak, een toneelstuk waaruit naar voren komt hoe tientallen jaren na de tweede wereld oorlog er nog vele littekens zijn in het persoonlijk leven van mensen. Vader Simon die er niet echt over wil praten, moeder Ada die merkt dat ze er wél over moet praten en daarvoor hulp gaat zoeken. Dochter Lea, die zich in de steek gelaten voelt door haar ouders, terwijl haar ouders juist hebben gehandeld vanuit de gedachte haar daarmee een betere toekomst te bieden. En onderduikmoeder Riet, die vanuit haar perspectief het vreselijk vond om Lea na drie jaar weer terug te  moeten geven aan de echte ouders, hoe blij ze op zich ook is voor hen alle drie. Vorig jaar hebben we dit toneelstuk opgevoerd, ik mocht de rol van Lea spelen. Het stuk raakte mij, omdat het laat zien wat een oorlog doet in het klein, in mensenlevens, ook nog tientallen jaren later.

Herdenken

Vandaag, 4 mei, herdenken we de militairen en burgers die stierven in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Mannen, vrouwen, kinderen. Zo ook in Haarlem. Bij het monument hier in het Reinaldapark herdenken we de militairen die sneuvelden bij de verdediging van ons land aan de Grebbelinie en de Haarlemmers die hun leven gaven in krijgsdienst of bij de koopvaardij. En natuurlijk ook onze verzetsstrijders, zoals Hannie Schaft.

Ik ben van na de oorlog en dat wil ik graag zo houden

Het thema van de herdenking dit jaar is “de kracht van het persoonlijke verhaal”. Toen ik dat hoorde kwam bij mij een zin naar boven, namelijk: "ik ben van na de oorlog en dat wil ik graag zo houden." Het stond op een spandoek bij een vredesdemonstratie in de jaren 80, waar ik als tiener bij aanwezig was. Ik heb de oorlog niet meegemaakt, in die zin heb ik gelukkig geen persoonlijk verhaal. Wel heb ik er natuurlijk veel over gehoord, gelezen, gezien. En dus over gespeeld in het toneelstuk Leedvermaak. Naar aanleiding van dit toneelstuk sprak ik weer eens met mijn ouders over hun ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Zij hebben de oorlog meegemaakt, als jonge kinderen. Eerder had mijn vader wel eens verteld dat hij als 7 jarige op straat het Wilhelmus ging zingen. Hij wist heel goed dat dat niet mocht en werd snel door zijn vader, mijn opa, naar binnen getrokken. Mijn vader woonde in het dorp ’t Zandt in Groningen en ik realiseerde mij toen dat de Duitsers zelfs in dat kleine dorp zaten. Dat ze dus echt overal zaten! Dat maakte de oorlog voor mij concreter en benauwder. Mijn vader heeft in het dorp geen hele enge dingen meegemaakt, maar gaf wel aan dat hij het soms spannend vond, vooral als mijn opa laat thuis kwam. Hij was bang dat zijn vader opgepakt zou zijn..

Mijn moeder woonde in de tijd van de oorlog in Nijverdal en heeft twee bombardementen meegemaakt. Dat vond ze eng. Ze moesten dan naar het bos om te voorkomen dat ze geraakt zouden worden. Eén keer waren ze wat laat en voelde ze de grond onder zich golven en zag het zwart van stof. Zij hadden een onderduiker in huis, Lou, en bij eerste bombardement had haar pake (opa) tegen het gezin gezegd: gaan jullie naar het bos, Lou kan niet mee, ik blijf bij hem. De ramen waren kapot gegaan van het bombardement. Pake en Lou hadden middenin de kamer gestaan en elkaar vastgehouden. Pake dacht: als we dood gaan, dan gaan we samen dood. Een ontroerend beeld.

Ik ben van na de oorlog, en dat wil ik graag zo houden. De zin uit de jaren 80. De wereld is enorm veranderd sindsdien. De zin is niet meer actueel in een globaliserende wereld. In Nederland heeft gelukkig geen oorlog meer plaatsgevonden, maar dagelijks worden we geconfronteerd met oorlogsgeweld, menselijk leed, terrorisme en wereldleiders die meer om zichzelf geven dan om de wereldvrede. Die de waarden van de democratie honen. Met grote gevolgen, ook in Nederland. Gezien de huidige ontwikkelingen is het meer dan ooit nodig om moedig te zijn en op te komen voor vrijheid, medemenselijkheid en rechtvaardigheid voor iedereen, ongeacht ras, geloof, sekse, seksuele geaardheid of leeftijd.

Impact van een oorlog op persoonlijke levens

Daarom is 4 mei voor mij belangrijk. Om de slachtoffers te herdenken, om de moedige soldaten en verzetsstrijders te eren, maar ook, om stil te staan bij de enorme impact van een oorlog op persoonlijke levens in het klein.

Cora-Yfke Sikkema

Toespraak Dodenherdenking Reinaldapark 4 mei 2017

 

Foto: André Westra