7 juni- De coalitiepartijen presenteren het programma voor de komende vier jaar. De coalitie bestaat uit GroenLinks met 9 zetels, PvdA met 6 zetels, D66 met 5 zetels en het CDA met 4 zetels. Samen 24 van de 39 zetels. De overige partijen worden met oppositie aangeduid en hebben samen 15 zetels van de 39. De grootste oppositiepartij is de VVD met vijf zetels. Anne Sterenberg (zie foto) de fractievoorzitter, is redelijk mild over het coalitieprogramma. Zij lag wakker van de vraag “Hoe dan” waarop Robbert Berkhout antwoordt dat die taak bij het college ligt waarna de raad de voorstellen kan beoordelen. Van de andere oppositiepartijen is Trots (2 zetels) het meest enthousiast omdat zij veel van haar wensen in het coalitieprogramma verwoord ziet. OPHaarlem is het meest cynisch. Robbert Berkhout geeft degenen die kritiek hebben op het feit dat de omgevingswet en toegankelijkheid niet genoemd worden gelijk maar stelt dat er wel over gesproken is in de onderhandeling en indirect aan de orde komt in het programma, want het zijn belangrijke thema’s. Er zijn kritische vragen over de haalbaarheid van de doelstelling: nieuwbouw met 40% sociale woningen. Robbert stelt dat het college als eerste gaat inventariseren bij welke bouwprojecten, die in de pijplijn zitten, nog de ‘oude’ regels gelden en de ‘40% sociaal-eis’ helaas niet gesteld kan worden. Bij alle andere projecten groter dan 30 woningen wordt die eis dan zeker gesteld.