GroenLinks raadslid Abid Azannay laat zijn licht schijnen op het lot van kinderen in de vele conflicten in de wereld.

Kinderen zijn vaak - misschien altijd wel - de eerste slachtoffers.

Tijdens de jaaroverzichten die we elk jaar vanaf kerst tot aan de eerste week van Januari op ons bord geschept krijgen, voeren de beschadigde en treurige gezichten van die kinderen vaak de boventoon. Kinderen zijn vaak – misschien altijd wel - de eerste slachtoffers. Je kan geen krantenartikel over oorlog en honger lezen, zonder daarmee geconfronteerd te worden. Of het nou de genocideslachtoffertjes uit Darfur zijn, de wezen na de aardbeving in Birma of de kinderen die zich veilig waanden in een VN-gebouw. Kinderen die in Nederland zonder ontbijt naar school gaan en soms de gehele dag honger lijden. Misbruikte kinderen en zij die amper van een thuis kunnen spreken. Werkzaam bij Jeugdzorg en als jongerenwerker sta ik doorgaans met één been in de wereld van onze kinderen, anderzijds ben ik lid van de gemeenteraad en dat maakt die jaaroverzichten er niet bepaald makkelijker op.
Hoe bieden we die kinderen over de gehele wereld en in onze eigen achtertuin de zekerheid om zich te ontwikkelen en de kans op een goede toekomst in deze tijden van crisis. Wat vertellen we aan de dakloze kinderen In Birma die weken na de ramp, nog geen hulp hebben ontvangen en of aan de kinderen in Gaza die de bommen niet kunnen ontwijken. En hoe leg ik aan bijstandskinderen uit in onze eigen gemeente, dat de overheid in staat is om zekerheid te bieden aan banken en grote bedrijven en dat zij maar moeten hopen op een goede afloop van de dramatische situatie waar ze zich in bevinden.
In 2008 is ook de man opgestaan die de hoop heeft teruggebracht. Nee, ik heb het niet over Geert Wilders, cineast van wereldfaam, populist extraordinaire. Nee. Ik heb `t natuurlijk over Barack Obama. Inderdaad, wat kan ik zeggen. Het is een persoon die inspirerend is op vele manieren. Maar tegelijkertijd hield ik mijn hart vast. Het land waar de hedendaagse democratie is uitgevonden, kan soms bijzonder duister zijn en dan ben ik iemand die heel weinig  televisie kijkt. En die schimmigheid hing over mijn enthousiasme heen. Onterecht is achteraf gebleken. Een klinkklare overwinning voor de zwarte man uit Chicago , de zwarte welzijnswerker die zich omhoog geknokt heeft en nu de machtigste man in de wereld is. Een nieuwe pagina in de geschiedenis van de wereldpolitiek zou je denken, hopen. Verwachten misschien. Maar dat is iets wat we moeten afwachten. Hoe vervang je of verander je de hedendaagse  politiek, als je nagenoeg dezelfde mensen om je heen hebt als Bill Clinton in zijn presidentschap. En waar schuilt hier de geboden hoop en zekerheid, die op de een of andere manier weer bij de bevolking moet terugkomen.
2009 leek zo goed te beginnen. Het winterweer zorgde voor mooie beelden en bracht mooie herinneringen terug. Bevroren grachten, lege snelwegen. Jong en oud op het ijs. Fietsen in de rekken en aan de bomen. En her en der de verstokte autorijder die vanachter zijn stuur van het winterweer geniet. Het sneeuwde ook in Gaza en Sderot. De gesloten wapenstilstand bleek niet levensvatbaar. De grensblokkades die niet opgeheven werden, werkten als olie op het vuur. En in een gebied waar een vonkje al levensgevaarlijk is, is dat fataal gebleken voor veelal kinderen. Die ook hier geen hoop en zekerheid hebben.
De huidige politiek weet ‘assertief’ en ‘daadkrachtig’ op te treden als financiële belangen op het spel staan. Maar als het aankomt op mensen en het milieu weten we een manier te vinden om niet te voldoen aan onze menselijke plicht. Verdraaiingen, nuances, draaikonterigheid. Kortom, gebakken lucht die er voor zorgt dat we achteraf enkel symptomen kunnen bestrijden. Klimaatplannen waar de grootste vervuilers niet aan meewerken, burgerinitiatieven, voedselbanken, stop-de-bezetting-demonstraties. Het is van de zotte dat we zo blind zijn voor de wanhoop en onzekerheid waar velen in zitten. Ik hoop dat daar in 2009 verandering in komt. Voor mijn gemeente, de wereld waarin wij leven. En eenieder die morgen op een betere dag hoopt.

Abid Azannay