Deze week was de week van het sociaal domein bij de gemeente Haarlem. Vier bijeenkomsten woonde ik bij. Met ambtenaren, hulpverleners, partners van de gemeente. Het ging over de transformatie van het sociaal domein- het durven loslaten van de systeemwereld om meer te kunnen betekenen in de leefwereld. Oftewel: doen wat nodig is en dan gaan kijken hoe je dat gaat inpassen. Het gaat over logisch nadenken, empathie en soms je kop boven het maaiveld uitsteken. Het ging over oplossingen, meer dan over problemen. De wil is er- bij de ambtenaren, bij de medewerkers van de samenwerkingspartners maar de vraag blijft: hoe passen we het systeem zo aan dat zij, de mensen die het moeten doen, het goede kunnen doen zonder afgerekend te worden op het eventueel struikelen tijdens het leerproces?
Het is niet morgen klaar. De systemen die we hebben opgetuigd en die dienen voor verantwoording zijn weinig flexibel en vreten tijd en mankracht.
Ooit, ik zat net in de raad, probeerde ik aan een vriendin uit te leggen wat dat nu eigenlijk inhield, de decentralisaties. We zaten op een terras aan het Spaarne en ik gebruikte een analogie: stel je zit hier en je wil naar de overkant zwemmen. Je hebt leren zwemmen door tutorials op internet. Je weet hoe het moet maar je hebt het nog nooit echt gedaan. Je hangt al een tijdje aan de kademuur, moed te verzamelen en op een zeker moment, ongeveer januari 2015, moet je loslaten. Je laat de kade voorzichtig los, buigen, wijd, sluit... je zwemt! Maar dan hoor je gezoem. En je ziet op rechts dat de Melkbrug opendraait en je ziet de voorsteven van een grintschip naderen. Je schrikt en aarzelt
Wat moet je doen? Zwem je snel terug naar de veilige kade die je kent en waar je je veilig waande? Of zwem je door? Je kan er nog net voorlangs..
Na deze week weet ik het : We zijn over de helft en hebben besloten door te zwemmen. Het begin is er.