Momenteel bestaat er veel onrust in de samenleving over de aanbesteding van de huishoudelijke hulp in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Wat is er aan de hand?

Door de WMO wordt de huishoudelijke hulp uit de AWBZ gehaald en overgedragen aan de gemeente. De gemeente moet er nu voor zorgen dat mensen die in aanmerking komen voor ondersteuning in het huishouden die hulp ook krijgen. Via een Europese aanbestedingsprocedure worden de zorginstellingen geselecteerd. Dit proces is nu bijna afgelopen en wordt het langzaam zichtbaar dat de grote aanbieders (80% van de huidige huishoudelijke zorg) waarschijnlijk buiten de boot gaan vallen. Dit laatste heeft op dit moment veel onzekerheid te weeg gebracht bij veel mensen. 1. de cliënten maken zich ongerust of ze hun huidige huishoudelijke hulp zullen kwijtraken en zelfs tijdelijk zonder zorg kunnen komen te zitten. 2. veel van de bestaande werknemers van die zorgsinstellingen kunnen hun baan verliezen en leven in onzekerheid. Ook de GroenLinksfractie is van mening dat er een chaos dreigt als hier niet snel iets aan gedaan wordt. De vraag is echter of dit mogelijk is. Waarschijnlijk om de oppositie de wind uit de zeilen te halen en als bliksemafleider voor de wethouder, hielden, bij de afgelopen raadsvergadering, de collegepartijen PvdA, SP en VVD hierover een interpellatie. Veel had die echter niet om het lijf. Volop retoriek voor de bühne maar weinig concrete oplossingen. De motie met de opdracht aan de wethouder om alles in het werk te stellen om de kwaliteit en de continuïteit van de zorg te waarborgen was zo voor de hand liggend dat wij hem zelfs niet gesteund hebben. Want we gaan er gewoon vanuit dat dit de normale attitude is van een goede wethouder. Een gegeven is dat de aanbestedingsprocedure niet meer teruggedraaid kan worden zonder dat de gemeente hiervoor verscheidene claims op haar bordje zal krijgen. Tenzij er fouten zijn gemaakt door de inschrijvende instellingen. Vooralsnog gaan we ervan uit dat dit niet het geval is. In een eerder stadium hebben we als GroenLinks er al om gevraagd om het vooral rustig en zorgvuldig aan te pakken. De kwaliteit mag niet lijden onder haastige beslissingen. Toch wilde men voor 1 januari van start gaan, terwijl het mogelijk was om tot juni 2007 hier de tijd voor te nemen. Waar wij ons vooral zorgen om maken is of het de geselecteerde instellingen lukt, zowel financieel als organisatorisch, om voor 1 jan 2007 voldoende gekwalificeerd personeel in dienst te hebben om de boel over te nemen. Nog los van het feit dat het wenselijk is om de ontslagen werknemers hiervoor in aanmerking te laten komen. Kortom we houden ons hart vast, maar hopen wel dat we ons voor niets zorgen hebben gemaakt. Niemand is er bij gebaat dat dit mis loopt en hulpbehoevende mensen zonder zorg komen te zitten en werknemers achter de geranium verdwijnen. Anita de Jong Informatie: anitadejong.pol.train@hetnet.nl