Op 5 november vond in de Pletterij een avond plaats over Mobiliteit en Groen.Deze avond werd gehouden naar aanleiding van de ideeën van Fer Daalderop, die vorig jaar op 14 oktober overleed.  

Debatleider Mirjam Fopma interviewt de  zus van Fer Daalderop, Karin, die haar broer beschrijft als gedreven, principieel en eigenwijs met humorvolle understatements.

Er worden vier inleidingen gegeven waarna een gesprek met publiek volgt. Het publiek (40) blijkt grotendeels Fer gekend te hebben. Uit vragen en opmerkingen blijkt dat het publiek zeer betrokken is bij de stad en vaak ook deskundig op het gebied van Mobiliteit en Groen is.

Mobiliteit

Karel van Broekhoven (voormalig GL-wethouder) kende in de 90er jaren, Fer als de milieuspecialist bij GroenLinks Haarlem en Voorzitter van Milieudefensie Haarlem. Beiden zijn afgestudeerd aan de TU Eindhoven. Fer heeft staan duwen en trekken voor het milieu en een leefbare stad.

Hij was voor vertramming van de Zuidtangent en de lijn naar Zandvoort. Hij wilde mooie voorbeelden geven en wervende verhalen houden. Hij ging uiteindelijk weg bij Milieudefensie omdat ze volgens Fer te kritisch waren (hoewel Karel stelt dat het noodzakelijk is zaken aan de kaak te stellen).

Voor het huis van Fer kwam een diepe Raaksparkeergarage;hij was daar niet tegen, al had hij last van de bouwactiviteiten, want hij vond het noodzakelijk voor een stedenbouwkundige kwaliteit.

Fer en Karel hebben veel samengewerkt in het project “Daar Wil Ik Wel Wonen”, een initiatief voor een autovrije wijk. Aanvankelijk op de locatie de ‘spoorbanaan’ waar nu o.a. het Seinwezen zit. Met creatieve ideeën zoals: vuilniscontainers op een ‘lorry’ over het nog bestaande spoor zodat ze ‘aan de weg’ gezet konden worden. Karel was voorstander van mooie tuinen (als een soort beloning voor het autovrij zijn), Fer was daarentegen voorstander van een grote groene openbare ruimte en volkstuinen i.p.v. grote particuliere tuinen.

Bij een latere locatie, de Linnaeusschool aan de Gedempte Oude Gracht, die uiteindelijk ondanks de mooie plannen niet doorging, was Fer pragmatisch. De bewoners mochten geen parkeerplek eisen. Karel was strenger en eiste dat de bewoners geen eigen auto hadden en trok zich terug uit de initiatiefgroep.

 

Hessel Kruisman (voormalig GL raadslid) geeft met zijn inleiding inzicht in de cijfers van het KennisInstituut voor Mobiliteitsbeleid.

Per jaar worden ongeveer 180 miljard reizigerskilometers afgelegd. 39% van de verplaatsingen gebeurt met de auto, plus 11% als passagier. 3% van de verplaatsingen gebeurt met de trein, 26% met de fiets en 17% lopend.

Van de afgelegde kilometers is 56% met de auto plus 17% als passagier. 10% met de trein, 8% met de fiets en 2% lopend.

Gemiddeld legt een Nederlander 11.000 km per jaar af. Dat gemiddelde blijft de laatste jaren hetzelfde. Gemiddeld verplaatst een Nederlander zich drie keer per dag over 30 km.

Sinds 2004 is het fietsgebruik met 7 procent toegenomen (m.n. voor woon-werk en naar onderwijsinstelling). Het toenemend fietsgebruik komt ook voor rekening van de elektrische-fiets. 10% van de Nederlanders bezit een e-fiets, m.n. senioren.

 Sinds 2004 is het treingebruik met bijna een kwart toegenomen.

Het autogebruik is sinds 2004 met 6 procent toegenomen, tot 2008 m.n. werkgerelateerd. Door de economische crisis is het na 2008 gestabiliseerd.

 

In Utrecht wordt het meest gefietst, niet Amsterdam, waarschijnlijk omdat daar een fijn net van Openbaar Vervoer is en het qua oppervlakte groter is.

Nu zijn er 7,9 miljoen auto’s, tien jaar terug waren dat er 6,9 miljoen. O.a. door toename van 1-persoons huishoudens.  De auto nu is 20% goedkoper dan in de jaren ‘80.

 

Fer zijn belangrijkste boodschap was dat de auto te veel ruimte gebruikte. Hessel zegt Fer na, dat beprijzen helpt. De prijs van benzine is in Nederland het hoogste van de wereld, maar als je het vergelijkt met het inkomenspijl is het minder hoog. Belasting op uitstoot is een goede zaak. Haarlem zou zijn inkomsten fors kunnen verhogen en het autogebruik/aanschaf kunnen beperken door parkeervergunningen duurder te maken, want het is in Haarlem nog lang niet zo hoog als in Amsterdam.

Hessel Kruisman is er niet voor dat de gemeente E-laad-palen betaald. Laat de markt dat zelf doen. In een goed klimaatbeleid past het niet om de Waarderweg te verdubbelen.

Hessel stelt: Als je een stad inricht voor de auto wordt die ook gebruikt.

 

In de bespreking met het publiek door debatleider Mirjam Fopma, blijkt dat er geen plannen zijn van Haarlem om diesels te weren uit het centrum. Dat elektrisch bevoorraden gebeurt door ‘Stoffel’ maar verder niet. Landelijk blijkt er een toename van 30% tot 40% in stallen van de fiets bij het station; in Haarlem is dat nog meer. Opgeroepen wordt een fietssnelweg te realiseren langs de Brouwervaart en naar Noord. De concurrentie van fiets en OV met de auto moet beter. Waar komt toch de drive vandaan van gemeentebesturen om vooral de positie van de auto te verbeteren? Als je in Amsterdam werkt is het veel goedkoper om met OV te reizen dan met de auto. Waarom zou de Gedempte Oude Gracht bij het Verwulft niet opgeknipt kunnen worden zodat je niet door het centrum kan? Waarom geen E-palen op zonnepanelen? Stedenbouwers moeten meer samenwerken met verkeersmensen.

 

Wonen

Theo Elferink woont in EVA-Lanxmeer, een energiezuinige wijk van Culemborg.

 

Theo is in deze wijk gaan wonen nadat Fer een excursie had georganiseerd naar deze autovrije wijk met duurzame energieopwekking.

De wijk zit dicht bij het OV station, is beter bereikbaar met de fiets dan de auto. Auto’s, veelal deelauto’s (van een deelautobedrijf of van particulier) staan aan de rand van de wijk. Autobezit is onder de 0,8 per huishouden. In het midden is een openbare boomgaard met appelpluk-feesten. Er is veel onderling contact tussen bewoners. De huizen zijn supergeïsoleerd. ‘Bruin water’ moet uiteindelijk vergist gaan worden. Er zijn veel zonneboilers/zonnepanelen en er wordt veel aan energiebesparing gedaan. Thermo Bello : warm water uit leidingwater voor collectieve warmwatervoorziening van 125 woningen, een school en een nog te bouwen zwembad. Er komt nog een windmolen. Uiteindelijk staan er 300 woningen. Theo mist wel een winkeltje en een café, hoewel het centrum dichtbij is. In de Romolenpolder was er eerst een winkeltje voor er gebouwd werd.

De wijk ligt dicht bij Houten, dat een echte fietsstad is.

Men denkt over elektrische opslag in de buurt, misschien over 10 jaar met gelijkstroom.

 

Groen

Truus Boerma toont veel dia’s van ideeën van Fer voor de stad. Fer was de inspirator voor Stadslandbouw. Fer maakte een kaart met mogelijke locaties voor stadslandbouw. Hij kwam op 30 mogelijke locaties. De gemeente ging akkoord met 9 locaties.

Stadslandbouw kan bijdragen op het gebied van Sociaal, Ecologie en Economie. Fer maakte een schema met drie overlappende cirkels (vertaling van de 3 P’s: People, Planet en Profit).

Op het gebied van groen in de stad staat Haarlem van de G31 op een zielige 31ste plaats.

Truus woont bij de boerentuin, stadslandbouw in bakken. Op de vraag of er veel gepikt wordt antwoordt zij dat er soms een framboos wordt gepikt, maar verder niet. Er is ook sociale controle.

Moesmobiel in Parkwijk met steun van de woningbouwvereniging gaat helaas binnenkort stoppen. Uit het publiek wordt opgemerkt dat de steeds engere taakopvatting van het Rijk voor Woningbouwcorporaties daar een rol bij kan spelen.

Opgemerkt wordt dat het niet alleen een kwestie van geld is, maar ook van mensen en ideeën. Iemand oppert een gemeenschapsfonds op te richten van Haarlemmers, bedrijven en fondsen die projecten kan oppakken (aftrekbaar als gift).

Velen roemen het mooie project De Nieuwe Akker.

 

Mirjam Fopma stelt dat het nu aan anderen is om de ideeën van Fer vorm te geven.

 

Zus Karin Daalderop vertelt dat ze na deze avond de enthousiaste verhalen van Fer nu beter in een context kan plaatsen.

Zij geeft de Pletterij een ets van Fer cadeau.

De aanwezigen ontvangen een boekje met enkele ideeën van Fer en enkele afbeeldingen van Fer zijn etsen.

 

Gemaakt door Truus Boerma, Hans Lieuwen, Mariette van Wenum, Ada Keur en Pieter Postmus