Column Melissa Oosterbroek

Het gaat niet goed met de insecten in Haarlem. Terwijl het in februari zomer weer is, debatteert onze Haarlemse gemeenteraad over verschillende meningen en belangen van onderwerpen die al dan niet op de agenda staan. Een onderwerp dat mij aan het hart gaat, krijgt daarbij naar mijn mening onvoldoende aandacht.

Onlangs werd namelijk bekend dat we ongeveer 80 procent van de insectensoorten zijn verloren in Haarlem tijdens de uitvoer van het ecologisch beleidsplan en daar moeten we wat aan doen. Nu vind ik het warme weer bijvoorbeeld erg prettig maar voor de biodiversiteit heeft dit grote gevolgen. De dieren die nu ontwaken of nu worden verwekt moeten straks sterk in de schoenen staan als de warme periode wordt gevolgd door nog een koude periode voordat de zomer echt aanbreekt. Dat roept om beleid dat onze natuur ondersteuning biedt en helaas constateer ik dat ons beleidsplan tot nog toe onvoldoende effectief is. We hebben een stadsecoloog nodig om onze biodiversiteit een stabiele, ondersteunende omgeving te bieden en zo te verbeteren. Daar is een ruime meerderheid van de raad het gelukkig over eens.
 

Maar op de concrete vraag van de wethouder hoe de stadsecoloog er dan moet komen, hadden de meeste partijen tijdens de commissievergadering nog geen antwoord. Om te zorgen dat de stadsecoloog ook daadwerkelijk komt moet de wethouder op pad worden gestuurd met een duidelijke doelstelling.

Het nu aanhangige voorstel beantwoordt daar nog niet aan.

GroenLinks wil daarom dat de wethouder een (parttime) ecoloog aanstelt die onder andere de afspraken met Spaarnelanden gaat aanpassen zodat bijvoorbeeld gras wordt vervangen door heesters. Vogels en insecten houden nu eenmaal meer van heesters dan van grasvlakten. We moeten naar een ander beheer van de openbare ruimte. Eentje waar ook plaats is voor insecten. We willen anders beheren, anders doen zodat we Duurzaam Doen.

Wat ons betreft gaan – zoals vaak het geval is – de kosten voor de baten uit. Tegelijkertijd zien we mogelijkheden om verstandig om te gaan met budgetten. Als de stadsecoloog plaatsen aanwijst in de stad die we minder ‘schoon’ gaan houden (lees minder maaien en snoeien), dan levert dat besparingen op die we kunnen inzetten voor uitvoer van nieuw, verbeterd ecologisch beleid. Ook vinden we het zelf uitvoeren van een kostbare nulmeting minder belangrijk, hiervoor kunnen we ook gebruik maken van KNNV, IVN, Vogelwerkgroep, SOVON, RAVON, FLORON of Waarneming.nl. We willen dat de wethouder goed kijkt naar de besteding voor communicatie. In deze nieuwe tijd waar we internet en digitale mediaplatforms gebruiken om informatie te delen, moeten kostenbesparingen op communicatie te vinden zijn.

Als de stadsecoloog plaatsen aanwijst waar minder wordt gemaaid, dan kunnen heesters en andere draag- en waardplanten daar tot bloei komen en een thuis bieden aan insecten. Er is een moment om ervoor te zorgen dat we die bloei aan de biodiversiteit in en rond de stad mogelijk maken en dat is donderdag 28 februari tijdens de raadsvergadering!