Een paar jaar geleden hebben we in de raad uitgebreid gesproken over het uitstapprogramma voor prostituees. De vraag was toen niet: gaan we ermee door? Maar met wie? Sommige partijen hadden problemen met het stichtelijke karakter van het Scharlaken Koord. Ook GroenLinks. Wij hebben ons er toen in verdiept en na overleg met politie, GGD en het Scharlaken Koord begrepen dat ze hun werk goed doen en niet uit zijn op zendelingenwerk.
GroenLinks heeft zich hard gemaakt voor het voortzetten van de samenwerking met het Scharlaken Koord en is blij dat dat is gelukt. We hebben destijds afgesproken na twee jaar te kijken hoe het werkt en wat de stand van zaken is.

Ik kan mij herinneren dat ik toen de vraag heb gesteld wanneer we het werk van het Scharlaken Koord een succes vinden: welke doelstelling hebben wij voor ogen? Die doelstelling was niet smart geformuleerd.
En nu hebben we een overzicht van de resultaten van de afgelopen jaren, op basis waarvan het college concludeert dat het teveel geld kost voor die paar prostituees die uitstappen.
Tegelijkertijd blijkt uit een recente evaluatie van Regioplan dat Haarlem het zo slecht niet doet: na de stopzetting van de landelijke RUPS-gelden is in totaal het aantal deelnemers aan uitstapprogramma’s in Nederland ruim verdubbeld (2,3x), terwijl in Haarlem het aantal bijna vijf keer zoveel is geworden (van 11 naar 53 dus 4,8x zoveel). Landelijk is hiervan 57% uitgestapt, in Haarlem bedraagt dit percentage 77%.

GroenLinks vindt de conclusie van het college dan ook te kort door de bocht. De cijfers zijn goed in Haarlem! Daarnaast zijn er nog vier andere argumenten waaruit volgens GroenLinks blijkt dat het college te kort door de bocht redeneert:
1.    Bij dergelijke projecten moet je verder kijken dan cijfers, dat blijkt ook uit de gesprekken die wij weer hebben gevoerd. Zo heeft het Scharlaken Koord een signalerende functie voor de politie mbt wantoestanden binnen de branche, en kan het Scharlaken Koord meer doen dan bijv iemand van de GGD. Die kijkt of het werk veilig en gezond wordt uitgevoerd, maar heeft niet de capaciteit naar uitstapmogelijkheden te kijken.
2.    Het kost tijd om het netwerk uit te bouwen en het vertrouwen te wekken. We zien nu al dat er in 2013 meer aanvragen zijn dan vorig jaar.
3.    Uit meerdere onderzoeken is naar voren gekomen dat hulpverlening van groot belang is. Om uit te stappen moeten prostituees vaak eerst worden geholpen bij hun (meervoudige) problematiek, zoals schulden en verslaving. Het kost dus tijd om resultaat te boeken.
4.    Er zijn mogelijkheden om bij deze aanpak samen te werken met andere gemeenten. Het overzicht van het Scharlaken Koord laat zien dat veel sekswerkers niet wonen in de plaats waar ze werken. Dat maakt samenwerking noodzakelijk in onze ogen.

Wat GroenLinks betreft gaan we door met het uitstapplan. Sterker nog, wij willen graag laten uitzoeken of we in Haarlem, net als in Den Haag, het doel niet kunnen verbreden door ook hulp te bieden aan sekswerkers die professioneler in de branche willen blijven werken. Dus empowerment van de sekswerkers die voor dit vak kiezen.

Op vragen van GroenLinks geeft de burgemeester aan dat hij het programma niet is gestopt vanwege tegenvallende prestaties, maar vanwege het gebrek aan geld. Hij staat ervoor open met Haarlemmermeer samen te werken en wij hebben inmiddels begrepen dat die samenwerking mogelijk is, waarbij Haarlemmermeer een deel van de kosten op zich neemt. Daarmee is de kans vergroot dat het programma wordt voortgezet. GroenLinks gaat daar haar best voor doen en dient daarover een motie in bij de begrotingsbehandeling volgende week.

Cora-Yfke