Indicatoren voor Kadernota en Programmabegroting beleidsveld Duurzame stedelijke ontwikkeling

 Uitgesproken GroenLinks 4 februari in de Commissie Ontwikkeling

Toen ik dit stuk op de agenda zag staan werd ik enthousiast. Maar mijn enthousiaste daalde sterk toen ik de aanpassingen zag op het beleidsveld ‘Duurzame stedelijke ontwikkeling’ en de sturingsmogelijkheden. We hebben meerdermalen gevraagd om concrete prestatie/effect-indicatoren maar het lukt bij dit beleidsveld maar niet om concreet te worden. We blijven sturen (via opinie peilingen) op een gevoel van een Haarlemmer. Als een Haarlemmer een goed gevoel over zijn of haar straat heeft dan doet u het goed. Maar dat is natuurlijk raar en niet concreet: een goed gevoel. Als dat goede gevoel naar beneden gaat waar moeten wij dan geld aan uitgeven om dat gevoel te versterken? Wat kan ik daarmee vanuit mijn budgetrecht?

Veel mensen hebben een goed gevoel over hun eigen straat, want de meeste uitlaatgassen adem je in bij het oversteken van de ringwegen. Veel mensen hebben een goed gevoel over hun straat, want de hittestres en klimaatadaptatie dat zijn problemen van de lange termijn. Maar wij moeten er wel op kunnen sturen want dat is onze rol. Kortom menselijk dat u het heeft over gevoel. Maar de kadernota gaat wat GroenLinks betreft over financiën en maatregelen.

Nog een voorbeeld. Want wat heb je aan een indicator zoals het aantal aangevraagde energielabels voor huizen. Wat zegt dat over de doelstelling Duurzaam Haarlem? Een simpele aanpassing naar het aantal gebouwen met een C label zou al een stuk meer vertellen.

Het kan wat betreft GroenLinks een stuk beter. En ik hoor graag de ideeën van de commissie voor het verbeteren van de doelstellingen zodat we uiteindelijk een stap kunnen zetten in een kadernota met (S.M.A.R.T.) minder indicatoren maar wel een stuk effectiever.

Naar aanleiding van de bespreking in de commissie kwam er geen antwoord van de wethouder. GroenLinks heeft daarom voorgesteld een enquête rond te sturen zodat we kwantitatief kunnen pijlen waar de commissie het meeste behoefte aan heeft.