In 2003 hebben alle gemeenten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid informatie ontvangen inzake fraudepatronen door Somalische bijstandsgerechtigden. Bij een groep Somaliërs werd een bovengemiddeld aantal gevallen van uitkeringsfraude geconstateerd. Hoewel het Ministerie benadrukte dat het gesignaleerde fraudepatroon een minderheid binnen de Somalische gemeenschap betrof, achtte het Ministerie het gerechtvaardigd specifieke aandacht aan deze groep te schenken.

Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente Haarlem in 2004 circa 80 uitkeringsgerechtigden van Somalische afkomst aan een rechtmatigheidonderzoek heeft onderworpen.

In die tijd heeft de fractie contact gehad met zowel de afdeling sociale zaken als met enkele vertegenwoordigers van de Somalische gemeenschap. Wij vroegen ons toen al af of een dergelijke gang van zaken niet tegen de wet gelijke behandeling was.

 

Nu heeft inmiddels de Commissie Gelijke Behandeling geoordeeld dat het onderzoek naar fraude onder Somaliërs inderdaad een directe vorm van discriminatie is en dus verboden. Dit is op zich goed nieuws voor de Somalische gemeenschap, maar het kwaad is inmiddels wel geschied.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft de fractie een aantal vragen aan het college gesteld, die er op neer komen dat Groenlinks het college vraagt om, daar waar mogelijk, de sancties, als gevolg van de onderzoeken, terug te draaien.

 

Anita de Jong