De gemeente Haarlem heeft een onderscheid gemaakt tussen strategisch en niet-strategisch vastgoed.
Op de niet-strategische vastgoedlijst stonden rond de 35 woningen. De meeste woningen hebben achterstallig onderhoud, de huren zijn al jaren niet aangepast, etc. Dit kost de gemeente heel veel geld en levert nauwelijks iets op.
Vandaar de verkopen die we het laatste jaar hebben zien voorbijkomen en waar GroenLinks in heeft toegestemd.
Zo’n kleine portefeuille is zeer onrendabel voor een gemeente. De verkoop van deze panden leveren echter een grote bijdrage op aan het vermogen van de gemeente om het strategisch bezit te onderhouden en te verduurzamen en een vermindering van de kostenpost op onderhoud en administratie.
Er zijn partijen die vinden dat de woningen niet verkocht mogen worden, met verwijzing naar het grote tekort aan sociale woningen.
De corporatie zijn niet geïnteresseerd in losse objecten omdat het onderhoud etc. veel te kostbaar is. Daarbij worden de woningen nu aangeboden met een zelfbewoningsplicht zodat de kopers ook daadwerkelijk mensen zijn die er willen wonen ipv te gebruiken als beleggingsobject. Het behouden van deze woningen is voor de gemeente het paard achter de wagen spannen. Het kost alleen maar geld en het effect op de wachtlijst is zeer, zeer gering.
Wij vinden dat de gemeente veel effectiever haar middelen inzet met verduurzaming en onderhoud van het strategisch vastgoed, dan met een klein aantal woningen die heel veel geld kosten.
GroenLinks zet wel fors in op terugdringen van de woningnood door oa de 40% sociale woningbouw en 40% middeldure huur in nieuwbouwprojecten, waarbij vanuit het principe de ongedeelde stad, in bv Haarlem-west wordt gestreefd naar 50% sociale woningbouw en in andere wijken met veel sociale woningen een lager percentage toe te staan.