Het argument van neutraliteit, dat door de minister wordt aangevoerd, verdient een diepgaande discussie. Neutraliteit is niet slechts een uiterlijke vertoning, maar moet feitelijk waarneembaar gedrag zijn, vergelijkbaar met het naleven van de wet. Wij moeten ons afvragen: wanneer een ambtenaar, na het afleggen van de eed van trouw, belooft om neutraal te zijn en de wetten van ons land te respecteren, waarom zouden we dan twijfelen aan hun vermogen om dit te doen op basis van hun uiterlijke religieuze uitingen?

Door te verbieden dat onze ambtenaren religieuze symbolen dragen, sturen we een gevaarlijke boodschap. We zeggen impliciet dat we sommige van onze eigen mensen, die zich geroepen voelen om in dienst te staan van het publiek, niet vertrouwen op basis van hun persoonlijke geloofsovertuigingen. Dit is niet alleen een klap in het gezicht van de diversiteit en inclusie die wij als Haarlemmers zo hoog in het vaandel dragen, maar het ondermijnt ook het vertrouwen in onze ambtenaren.

Vanuit een sociaal perspectief is het belangrijk dat elke sector van onze samenleving zich vertegenwoordigd voelt binnen de ambtenarij. Door een verbod op religieuze uitingen sluiten we bewust delen van onze gemeenschap uit van vertegenwoordiging. Dit is niet de weg vooruit. Haarlemse gemeentebestuur moet, net als andere steden, opkomen voor het recht op individuele religieuze expressie en het recht voor iedereen om een bijdrage te leveren aan onze samenleving, ongeacht hun religieuze overtuigingen.

We moeten een gemeenschap zijn die diversiteit, inclusie en respect voor ieders persoonlijke overtuigingen omarmt. Naast het handhaven van neutraliteit en respect voor de wet, moeten we ook erkennen dat deze principes samengaan met de vrijheid van religieuze expressie. 

Mijn betrokkenheid voor deze kwestie is niet nieuw. Reeds op 15 december 2023 heeft GroenLinksHaarlem een schriftelijk verzoek ingediend bij burgemeester Jos Winnen om onze boa's toe te staan hun religieuze kledij te dragen tijdens het werk. Het antwoord dat ik eind februari ontving, was naar mijn mening onduidelijk.

Deze kwestie staat hoog op onze agenda. Op 21 maart werd het opnieuw besproken in de commissie bestuur, maar helaas waren de meeste leden van de gemeenteraad tegen. Toch heb ik op 28 maart tijdens de raadsvergadering bewust onze motie ingediend om een duidelijk standpunt in te nemen. Ik ben trots op onze fractie die achter dit onderwerp staat, ondanks dat onze motie niet gesteund en verworpen is. Wordt vervolgd! Wij zullen ons volledig inzetten voor een positieve uitkomst.

Het is tijd dat wij, als Haarlemmers, samen met andere steden, een duidelijk standpunt innemen. Een standpunt dat zegt: "In Haarlem, een stad van diversiteit en inclusie, sluiten niemand uit op basis van hun religieuze uitingen, geslacht, gender, huidskleur of afkomst! 

Ik zet me in voor een Haarlem dat de afspiegeling is van de rijke diversiteit van onze samenleving.