De behandeling van de kadernota 2011 is achter de rug. De kadernota is een van de belangrijkste politieke momenten van het jaar: de raad stelt dan de kaders voor de komende periode. Het is een intensieve week met drie avonden vergadering en tussendoor voortdurend afstemmen binnen de fractie, binnen de coalitie en met de oppositie.
Een van de hoofdpunten tijdens de kadernotadebatten waren de bezuinigingen op de subsidies. Dit raakt veel organisaties en heeft gevolgen voor de sociale infrastructuur van de stad. Dat vraagt om een zorgvuldige afweging, en die verantwoordelijkheid hebben wij terdege gevoeld.
De fractie van GroenLinks was het met een aantal voorstellen van het college niet eens. De coalitiepartijen hebben daarom gezamenlijk een amendement ingediend, waarin wij een aantal organisaties hebben gespaard. Ik noem er een paar: Platform Minima Organisaties, Ecosol, de allochtone zelforganisaties en culturele instellingen zoals het Wereld Kindertheater, de Vishal en de amateurkunst.. Helaas hield dit onvermijdelijk in dat andere organisaties wel, of extra, gekort worden. Het behoeft geen verdere uitleg dat die organisaties daar niet blij mee waren.
Het was een lastig besluit, waar ik met wisselende gevoelens op terugkijk. Enerzijds zijn het pijnlijke besluiten, waarmee je de één blij maakt terwijl de ander baalt. Anderzijds is het goed om je als gemeente te bezinnen op je prioriteiten: waar wil je wel, en waar wil je geen of minder geld in steken. We hebben die afweging als fractie naar eer en geweten gemaakt en zijn blij dat we een aantal organisaties hebben kunnen ontzien.
Deze kadernota ging vooral over geld. Dat is bijna onvermijdelijk gezien de bezuinigingsopgave in het coalitie-akkoord, maar voor GroenLinks wel lastig: wij zien geld primair als middel om onze maatschappelijke doelen te bereiken. We moeten dingen doen voor de stad, en dat gaat verder dan het op orde brengen en houden van de financiën. In 2012 vindt een herijking plaats van de bezuinigingsopgave. Dat wordt een belangrijk moment, zowel politiek gezien als voor de stad. Op dat moment hebben we een scherper beeld van hoe we er financieel voor staan en hoe we verder gaan met de bezuinigingen.