Er worden stekkers uit beleid getrokken om er vervolgens toch weer ingeduwd te worden, er stappen bewindspersonen en kamerleden op, er zijn grote woedende woorden, hakkelende aarzelende antwoorden en volstrekt ongeloofwaardige verklaringen. 

Beschamend. 

Steeds vaker hoor ik dat men, politieke vriend én vijand, het niet meer aan kan zien. ‘Ik gun mezelf wat rust en lees even geen kranten’. 

Maar :- Iedereen woont in een gemeente, niemand woont in een Rijksoverheid. En op lokaal niveau gaat het vaak best goed met de onderlinge verstandhoudingen. In Haarlem bijvoorbeeld. Natuurlijk zijn er felle debatten maar er wordt niet geschreeuwd, getierd of persoonlijk aangevallen. Als een raadslid zich toch uit op een manier die als respectloos wordt ervaren, is er het zelfreinigend vermogen van de raad en wordt het raadslid, door de voorzitter of door een collega raadslid, aangesproken. 

Buiten de politieke arena zoeken we elkaar op en laten we ons informeren over onderwerpen die voor coalitie of oppositie van belang zijn. We zitten schouder aan schouder bij bijeenkomsten in de stad. We luisteren naar elkaar en onderwerpen worden op inhoud beoordeeld. In Haarlem zitten 15 partijen in de raad. Met zeer uiteenlopende principes en standpunten. En toch krijgen we zaken voor elkaar. 

We hebben last van het huidige kabinet. Door het gekonkel en gekrakeel neemt het vertrouwen in politiek en politici af en ook in praktische zin is dit kabinet met de plannen voor het korten op de gemeentefondsen, zeker geen vreugde veroorzakende factor. 

Maar voor al die mensen die het niet meer aan kunnen zien: ga eens naar de lokale arena. Ga eens op de publieke tribune in je gemeentehuis of stadhuis zitten en kijk daarvandaan eens of de democratie ‘het nog doet’.

De daadkracht zit wat mij betreft in de lokale politiek. Of je het nu eens bent met het lokale beleid of niet- gemeenten gaan door met hun werk en daar waar het Rijk struikelt, hapert en ruzie maakt, gaan gemeenteraden gewoon door met het stellen van de kaders, het controleren van het college en het vertegenwoordigen van het volk. Het hele volk, gemeente voor gemeente. Iemand moet het doen tenslotte.